Lichaamsgerichte psychotherapie gaat over het letterlijk “aan den lijve” ondervinden van wat er in ons leeft – hoe dat voelt – en welk effect gedrag op ons heeft – zowel bekend gedrag als nieuw gedrag, zowel van onszelf als van onze omgeving.
In de lichaamsgerichte benadering wordt het lijf gezien als een schatrijke bron aan informatie, en een ingangsroute voor het ontwikkelen van nieuwe manieren. Via ons lijf leren we onszelf kennen – waar we vandaan komen, wat we hebben meegemaakt, en hoe we daarmee om zijn gegaan. En via ons lijf leren we onze mogelijkheden uitbreiden – om naast dat wat we kennen ook andere manieren van handelen aan ons repertoire toe te voegen.
Achtergrond van de benadering
Onze emoties ervaren we met ons hele lichaam. Dit is vooral goed te zien bij baby’s; wanneer zij lachen of huilen doen zij dit met hun hele lijf. Gedurende ons leven is het heel gewoon dat dit voluit voelen ingeperkt raakt; door de kwetsuren die we tegenkomen bouwen we een (letterlijk) pantser op om minder pijn te hoeven voelen.
Bijvoorbeeld: wanneer een kind huilt en de ouders of verzorgers hierop afwijzend reageren – boos worden, of bij het kind weggaan – zal het kind om de relatie te behouden op een gegeven moment het huilen gaan onderdrukken. Om niet te huilen zal het zijn keel op slot zetten om het snikken tegen te gaan, en zijn oogspieren aanspannen om de tranen binnen te houden.
Normaal gesproken verdwijnt de spanning op het moment dat de oorzaak ervan verdwijnt of er uiting wordt gegeven aan de emotionele ervaring. In sommige gevallen blijft de bron van de spanning, en blijft dus ook de bescherming nodig. Terwijl deze pantsering in eerste instantie een beschermende werking had en ons heeft geholpen zo goed mogelijk te reageren op de omstandigheden, zorgen deze chronische spierspanningen er ook voor dat we emotioneel en energetisch “afstompen” en last kunnen krijgen van een verminderde levensenergie of depressieve klachten.
Het doel van de lichaamsgerichte technieken is om meer levensenergie tot onze beschikking te krijgen, vrijer te worden in ons zelf, meer interne compleetheid te ervaren, en meer de regie te hebben over ons leven. Hierbij is het lijf de bron, het middel, en de uiting.
Wilhelm Reich (1897-1957) en Alexander Lowen (1910-2008) – de grondleggers van de lichaamsgerichte psychotherapie – kwamen erachter dat specifieke spierspanningen samenhangen met specifieke emotionele blokkades en levensthema’s en ontwikkelden manieren om die spanningen zichtbaar te maken en de blokkades vrij te maken
Meer recentelijk hebben de bevindingen van onder andere Peter Levine (Somatic Experiencing), Bessel van der Kolk, Gabor Maté, Stephen Porges en Deb Dana (Polyvagaal Theorie) het belang van de psychosomatische benadering onderschreven. Hun werk laat zien hoe traumatische ervaringen opgeslagen worden in ons lijf, hoe ons autonome zenuwstelsel wordt gevormd door onze vroegere ervaringen en hoe dit onze beleving van (on)veiligheid in het hier en nu beïnvloed, vaak nog vóórdat we ons hier cognitief bewust van zijn. Hiermee is meer en meer zichtbaar geworden hoe belangrijk het is om het lichaam mee te nemen in het toewerken naar psychische veerkracht en heling.
Benieuwd geworden naar wat Lichaamsgerichte Psychotherapie voor jou kan betekenen? Klik hier.